Wie bouwen aan je huis? Start digibordles

Wie bouwen aan je huis?

Start digibordles

Lesdoelen

  • De leerlingen ontdekken wie er nodig zijn om een huis te bouwen.
  • De leerlingen leren welke werkzaamheden er nodig zijn om een huis te bouwen.
  • De leerlingen ontdekken welke beroepen zij aantrekkelijk vinden.

Benodigde materialen

  • werkblad 1 (één per leerling; huiswerkopdracht)
  • werkblad 2 (één per leerling)
  • pennen
  • papier
  • kleurpotloden/stiften
  • eventueel lego of ander bouw- of knutselmateriaal om een huis mee te bouwen

Voorbereiding

Geef de leerlingen voorafgaand aan deze les een huiswerkopdracht (zie opzet van de les). De leerlingen hebben hun werkblad dat zij thuis hebben gemaakt in deze les op school nodig. Zorg voor voldoende kopieën van de werkbladen. Bekijk de digibordles.

Opzet van de les

Inleiding

  • 1 min
  • Lees met de leerlingen de inleiding van de les op het digibord.

Verwonderen

Huiswerkopdracht

  • Geef de leerlingen voorafgaand aan deze les een huiswerkopdracht mee. Dit is een werkblad waarop ze in kaart brengen hoe hun eigen huis eruitziet. Tip: deze opdracht kan je ook in de les uitvoeren.

Verdiepen

Opdracht 1

  • 15 min
  • Digibord en Gesprek
  • Klassikaal
  • Bespreek de (huiswerk)opdracht na. Verzamel met elkaar zoveel mogelijk beroepen die te maken hebben met het bouwen van een huis. Maak een lijst op het digibord. Bespreek wat de beroepen ‘architect’ en ‘aannemer’ inhouden. 

     

Opdracht 2

  • 60 - 90 min Afhankelijk van uitwerking
  • Teken- en knutselopdracht
  • In groepjes
  • Verdeel de leerlingen in groepjes. Deel papier, kleurpotloden/stiften en eventueel “bouw”materiaal uit. De leerlingen denken na over het bouwen van een eigen huis (zie digibordles). Neem de opdracht goed door en controleer of de leerlingen begrijpen wat de bedoeling is. Loop rond en help de leerlingen waar nodig. U kunt zelf bepalen of de leerlingen hun huis moeten tekenen of dat ze hun huis ook op een andere manier mogen vormgeven. Denk bijvoorbeeld aan het bouwen met bouwmateriaal, met knutselmaterialen of digitaal.

Betekenis geven

Opdracht 3

  • 20 min
  • Werkblad/logboek
  • Individueel
  • De leerlingen vullen het werkblad in. Ze reflecteren op de activiteiten die ze in deze les gedaan hebben.

Huiswerkopdracht

  • Optioneel: de leerlingen die dat interessant vinden, kunnen in hun omgeving navragen of ze iemand kennen die een beroep heeft dat te maken heeft met het bouwen van een huis. Ze kunnen een afspraak maken en een gesprek aangaan met die persoon. Het is leuk om een foto van hun bouwwerk/ontwerp te laten zien en de leerlingen kunnen vragen wat ze willen weten over het beroep.

Tip!

  • Nodig een architect of aannemer uit, die na afloop van de les komt kijken naar wat de leerlingen gedaan hebben. De architect of aannemer kan per ontwerp ook kijken hoe goed de leerlingen erover hebben nagedacht. Eventueel kan er een ‘winnend groepje’ gekozen worden.